weg zijn van (v) (liefde) | être amoureux de (v) (liefde) |
weg zijn van (v) (voorkeur) | être fou de (v) (voorkeur) |
weg zijn van (v) (liefde) | être follement amoureux de (v) (liefde) |
weg zijn van (v) (voorkeur) | adorer (v) (voorkeur) |
weg zijn van (v) (liefde) | être follement épris de (v) (liefde) |
weg zijn van (v) (liefde) | être épris de (v) (liefde) |
weg zijn van (v) (voorkeur) | aimer (v) (voorkeur) |